Bewonersparkeren in Berlijn: CDU is van plan de tarieven te vertienvoudigen!
Verhoging van de parkeertarieven voor inwoners van Berlijn: CDU is van plan de prijzen drastisch te verhogen tot maximaal 120 euro per jaar.

Bewonersparkeren in Berlijn: CDU is van plan de tarieven te vertienvoudigen!
In Berlijn gaat de discussie over parkeertarieven voor bewoners de volgende ronde in. De prijs voor de parkeervergunning bedraagt momenteel slechts 10,20 euro per jaar, maar dit bedrag kan binnenkort flink verhoogd worden. CDU-transportsenator Ute Bonde brengt een vertienvoudiging in beeld en stelt een nieuwe prijs voor tussen de 80 en 120 euro per jaar. Dit maakt deel uit van een groter concept dat de coalitie voorbereidt op parkeerbeheer en digitalisering. RBB24 meldt dat de beslissing komend najaar zal worden genomen.
De discussie over de vergoedingen is niet nieuw. Onder de vorige rood-rood-groene regering was een verhoging naar 120 euro per jaar gepland, maar na de herhaalde verkiezingen in februari 2023 en de vorming van een coalitie met de CDU was de verhoging veel gematigder en zou deze slechts naar 60 euro moeten stijgen. Dit leidde tot verschillende reacties binnen de coalitie. Vooral SPD-verkeersdeskundige Tino Schopf was geïrriteerd en riep op tot een verhoging naar 160 euro om de administratieve kosten te dekken, aangezien de huidige vergoedingen niet eens de kosten van de afgifte van het vignet dekken.
Parkeertarieven in vergelijking
De praktijk van parkeertarieven voor bewoners in Duitsland varieert sterk. Terwijl Berlijn met 10,20 euro per jaar relatief laag is, rekent Bonn met maar liefst 360 euro per jaar de hoogste tarieven. Münster volgt op de tweede plaats met 260 euro en andere steden met vergoedingen rond de 200 euro. Berlijn zou een jaarlijks inkomen tot 76 miljoen euro kunnen genereren door de parkeerkosten voor bewoners te verhogen tot 365 euro. taz benadrukt dat er momenteel ongeveer 210.000 parkeervergunningen voor bewoners zijn in de hoofdstad, wat belachelijk klein lijkt vergeleken met de inkomsten die andere steden uit soortgelijke vergoedingen ontvangen.
Maar het probleem is niet alleen financieel. Verkeersdeskundige Johannes Kraft stelt voor om de speciale regels voor ambachtslieden en soortgelijke beroepsgroepen af te schaffen, terwijl de CDU ook parkeervergunningen voor pendelaars in het spel brengt. De discussie over woon-werkverkeervignetten wordt door Schopf afgedaan als ‘cliëntenpolitiek voor automobilisten’. Spiegel wijst erop dat de prijzen in Berlijn in vergelijking met andere Europese landen nog steeds laag zijn, vooral gezien het feit dat vergelijkbare parkeervergunningen in Stockholm tot 1.309 euro per jaar kunnen kosten.
Het debat over parkeertarieven maakt duidelijk dat Berlijn nog veel uitdagingen te overwinnen heeft als het gaat om mobiliteit en openbaar vervoer. Volgens de plannen moeten de extra inkomsten vloeien in de uitbreiding van voet- en fietspaden en in het lokale openbaar vervoer. Het valt nog te bezien hoe het politieke landschap en de basistarieven voor residentieel parkeren zich zullen ontwikkelen en of er daadwerkelijk sprake zal zijn van goede besluitvorming.